Lezing over Vladimir Balla

Vladimir Balla werd geboren in 1967 en debuteerde in 1996 met een verhalenbundel. V mene otca – In de naam van de vader – verscheen in 2011 en ontving in 2012 alle mogelijke grote literaire prijzen in Slowakije, te vergelijken met onze Libris of AKO prijzen.

Vorig jaar verscheen zijn 9de boek, een verhalenbundel. Balla werkt op het arbeidsbureau van het provinciestadje Nove Zamky, op twee uur rijden van Bratislava, want rondkomen als schrijver is in Slowakije niet echt mogelijk.

Over zijn boeken zegt hij zelf dat ze niet ter ontspanning zijn, en als iemand ze zo wel beschouwd, dan is er iets met zijn boeken niet in orde. Hij hoopt dat de lezer zich opgelucht voelt na lezing van zijn boek, dat het misschien allemaal wel niet zo erg is met het leven van de lezer.

In de naam van de vader gaat concreet over de verhoudingen binnen een gezin. De vader – de ik-persoon – vraagt zich af waar het fout is gegaan, waarom zijn zoons hem niet meer willen zien, wat er gebeurd is met zijn vrouw, wat zijn relatie was tot zijn vader. In zijn analyses spaart hij de omgeving niet, maar ook zichzelf niet, al doet hij verwoede pogingen alle schuld op anderen te wentelen.

Het verhaal speelt zich af in een kleine provincieplaats , waarschijnlijk in het zuiden van Slowakije, omdat er zowel Hongaars als Slowaaks wordt gesproken. Het is alsof er uiterlijk nooit iets gebeurt, en er niets is veranderd sinds het communisme, omdat de gewoonte er regeert. Ik citeer: “De mensen in deze stad hadden niets gemeen met welk volk ook. Die volkeren waren opgelost, dor geslachtsgemeenschap over de grenzen heen, en die grenzen waren opgelost in oorlog na oorlog, die waren steeds weer door andere vagebonden getrokken, kwaadwillig of blindelings, zwaaiend met vlaggen en patriottische liederen uitkramend. Ze deden dingen net als hun voorouders en de voorouders van hun voorouders: uit gewoonte.” (blz. 11, In de naam van de vader).

Toch, de mensen leven er hun leven van alledag. Het zijn wrede, haatdragende personages, maar ieder met een diep, machteloos verlangen om een net, eerlijk leven te leiden. Wat dus niet lukt. Balla heeft een nieuw woord gebracht dat we kunnen vertalen als ‘tweezaamheid’, eenzaamheid in tweevoud als men in gezelschap is.

Van goede literatuur wordt men vaak niet vrolijk, en dat is vaak ook niet de bedoeling. Toch kan men glimlachen, of grimlachen bij het lezen van Balla, omdat hij het groteske element hanteert om het leven dragelijk te maken, de uitvergroting van bepaalde situaties en gevoelens. Dat groteske is in de Nederlandse literatuur vrijwel onbekend, we komen het tegen bij de helaas al bijna vergeten schrijver Belcampo, maar ook bij de volksschrijver Gerard Reve. In de Midden-Europese literatuur is het groteske niet ongewoon. De grootste vertegenwoordiger is wellicht de Poolse schrijver Witold Gombrowicz

Terug naar In de naam van de vader, dat als een gebed is als enige uitweg uit de zelfvernietiging, een gebed dat niet als verzoek om vergeving is bedoeld, maar om begrip, begrip van de ontoereikendheid van de mens. In het boek komen verder nog motieven voor uit de noordelijke mythologie. Onder het huis waar het verhaal zich afspeelt, ligt een mystiek labyrint, als symbool voor het eeuwige dolen in het leven op zoek naar een uitweg.

Balla schrijft dunne, zeer compacte boeken. Hij is vooral iemand die schrapt. Een hele opluchting in een tijd waarin alleen boeken van 300 pagina’s en meer schijnen mee te tellen. Zijn stijl is licht, schijnbaar eenvoudig, en zo kan men deze novelle in drie uur uithebben. Het gewicht ligt echter in die stijl verborgen waarmee hij de inhoud onthult. Alle grote thema’s van het leven komen er in voor. Verrijkt en opgelucht kan men na lezing weer verder.